WERKZAAMHEDEN

Gladheidsbestrijding

Gladheidsbestrijding

Gladheidsbestrijding

Een bijzonder onderdeel van het werken langs de weg is de gladheidsbestrijding. De provincies onderhouden de provinciale wegen, de zorg om deze ook in winterse omstandigheden berijdbaar te houden is daar onderdeel van. Gladheid wordt bestreden door een mengsel van zout, pekelwater en/of zand te strooien. Het zout is in loodsen opgeslagen en wordt met een shovel in de strooiwagens geladen. Voor grote wegen is dit een vrachtwagen met een container, op kleinere wegen wordt een wagen of tractor met aanhanger gebruikt. Bij sneeuwval worden de voertuigen uitgerust met een sneeuwschuiver om de wegen schoon te maken.

Dankzij een systeem van sensoren en goede weersvoorspellingen kan meestal tijdig preventief gestrooid worden, bij daglicht. Maar gladheid kan onverwacht optreden en dan moet je met de zware machines de weg op terwijl het glad is. Door de gladheid is de kans op vallen en uitglijden groter. Het is ’s winters eerder donker en het zicht kan slecht zijn, vooral tijdens buien. Je werkt in koude omstandigheden. Het laden van en rijden met de voertuigen is belastend, vooral met een sneeuwschuif. Bij aanhoudend slecht weer werk je onregelmatige tijden en vaak langer achtereen dan normaal.

Het rijden onder zulke omstandigheden vereist concentratie en is vermoeiend. Dat geldt ook voor het overige verkeer, de kans op ongevallen is nadrukkelijk aanwezig. Weggebruikers kunnen ontevreden zijn over het strooibeleid van de provincie en dit afreageren op de medewerkers.

Risico’s bij werken tijdens gladheidsbestrijding:
– Vallen, uitglijden op gladde ondergrond
– Aanrijdgevaar of van de weg raken bij slechte weersomstandigheden
– Fysieke belasting door zwaar werk, langdurig rijden
– Werken in koude omstandigheden
– Psychosociale arbeidsbelasting door ongevallen en agressie
– Elektrische schok bij (ont)koppelen strooiers; de verlengsnoeren kunnen aan de buitenkant geleidend worden door zout water

Overzicht risico’s