RISICO

Verbranding maatregelen

Verbranding maatregelen

Maatregelen

Bronaanpak 

  • Bescherming tegen zonlicht. Bronaanpak is hier vaak lastig; je kunt de ‘zon’ nu eenmaal niet uitzetten. Je kunt wel voorkomen dat zonlicht in direct contact komt met de huid zonder dat persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s) nodig zijn;
    • Draag bij nieuwbouw en/of verbouw zorg voor goede mogelijkheden tot afscherming door dit op te nemen in het programma van eisen (aanbrengen van overkappingen of schermen of aanbrengen van bevestigingsmogelijkheden voor afscherming) 
    • Positioneer locaties waar na oplevering onderhoud/werkzaamheden verricht moeten  worden zoveel mogelijk aan Noord zijde (zon luw) of Oostzijde (alleen ochtendzon) 
  • Haal bij het werken aan elektrische installaties altijd de spanning eraf; 
  • Draag bij nieuwbouw zorg voor goede afscherming van schakel- en groepenkasten. 
  • Vervang ontvlambare en brandbare stoffen door een veiliger alternatief. 

Collectieve aanpak 

  • Voorkom werken in de volle zon door een tent te plaatsen of een zonnescherm
  • Vul alleen brandstof bij als de machine uit staat en gebruik een vulhulp zoals een trechter. Wacht tot hete delen voldoende zijn afgekoeld.
  • Draag zorg voor goede afscherming van schakel- en stoppenkasten;
  • Werk bij elektriciteit alleen met dubbel geïsoleerd gereedschap;  
  • Installeer een sprinklerinstallatie om brand in gebouwen snel bij de bron te blussen. Een sprinklerinstallatie is een vast aangebrachte brandblusinstallatie om een beginnende brand te detecteren, te signaleren en te beheersen dan wel te blussen. De installatie maakt gebruik van sproeikoppen (sprinklers) aan het dak of plafond die bij een bepaalde temperatuur water gaan sproeien. Doordat de sprinklers al bij een beginnende brand in werking treden, wordt de brand vaak goed onder controle gehouden en omdat ze zeer lokaal werken, blijft de omvang van de bij het blussen veroorzaakte waterschade beperkt. Gezien het relatief hoge kostenniveau 
  • Voor het werken aan het elektrische installaties gelden normen. Door volgens deze normen te werken worden de risico’s beperkt. Zorg dat medewerkers goed zijn opgeleid. Bij het werken met elektriciteit dienen uw medewerkers goed opgeleid te zijn -waar dit relevant is- betreffende: 
    • NEN 1010 – installatievoorschriften voor laagspanningsinstallaties; 
    • NEN 1040 – installatievoorschriften voor hoogspanningsinstallaties; 
    • NEN-EN-IEC 60079-14  installatievoorschriften voor ruimten met gasontploffingsgevaar; 
    • NEN 3134 – installatievoorschriften voor medisch gebruikte ruimten; 
    • NEN 1014 – bliksemafleiderinstallaties; 
    • NEN 3140 – werkvoorschriften lage spanning. 

Individuele aanpak 

  • Organiseer de planning zo dat het werken in de zon tussen 12 en 15 uur wordt vermeden.  
  • Werk met een flexibele planning waardoor werken op dagen met een zonkracht 7 a 8 zo veel mogelijk wordt vermeden en werken in een zonkracht van 9 a 10 wordt voorkomen. 

Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s) 

  • Zorg dat je bij werkzaamheden waarbij het risico op brand bestaat, altijd blusmiddelen bij de hand hebt en dat je weet hoe je die moet gebruiken.  
  • Stel bij werken in de volle zon PBM’s beschikbaar: beschermende kleding; lange mouwen, lange broek, liefst van katoen en UV-werend. Stel daarnaast  persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking met duidelijke gebruiksinstructies ten aanzien van UV-werende kleding, nekflap hoofddeksel/pet, oogbescherming en anti-zonnebrandmiddelen.  
  • Bij lassen en slijpen  zijn lange, hittebestendige handschoenen en een beschermend schort nodig en draag daaronder bij voorkeur een brandvertragende lasoveral.  
  • Verwijder bij lassen en slijpen brandbaar materiaal uit de omgeving of dek dit af met branddekens.  
  • Bij elektrische lasprocessen dienen handschoenen en ook schoeisel goed te isoleren. Draag werkschoenen die speciaal voor lassers zijn ontworpen met een flap over de veters zodat deze niet kunnen verbranden. Ook laslaarzen zijn een veilige optie. 
  • Lassen moet altijd gebeuren met de juiste gelaatsbescherming en oogbescherming. Autogeen lassen en snijden moet gebeuren met een lasbril om de ogen te beschermen tegen infraroodstraling. Andere lasprocessen produceren schadelijke UV-straling. Daarom is in dat geval een goede lashelm of laskap verplicht. Deze laskappen en lashelmen moeten voorzien zijn van de juiste lasglazen.  
  • Bij slijpen wordt oogbescherming  (veiligheidsbril of ruimzichtbril) toegepast.   
  • Gebruik de volgende informatie voor een gerichte keuze tussen een veiligheidsbril  en een ruimzichtbril. De veiligheidsbril lijkt meer op een gewone bril, terwijl de ruimzichtbril meer weg heeft van een duikbril. De ruimzichtbril heeft geen eigen sterkte en moet dus over een correctiebril (‘gewone’ bril) heen passen. Voordeel van een veiligheidsbril is dat deze als een gewone bril kan worden uitgevoerd, dus met glazen op sterkte.
    Voordeel van een ruimzichtbril is dat deze in situaties met heel veel stof of slijpspatten betere bescherming biedt, namelijk ook van de zijkant.
    Nadeel van een veiligheidsbril is dat deze alleen maar bescherming biedt van voren, tenzij er zijkleppen op zitten.
    Nadeel van beide soorten brillen is dat glazen kunnen beschadigen en na verloop van tijd kunnen gaan beslaan doordat de coating wegslijt. 

Te allen tijde is preventie geboden, mocht er toch een probleem ontstaan: Wat moet je doen bij slachtoffers met brandwonden? 

  • Verwijder zoveel mogelijk kleding en sieraden rondom de wond
  • Koel de brandwond met bij voorkeur lauw water
  • Koel op zijn minst 10 minuten
  • Bij vragen of onduidelijkheid: schakel de BHV’er in, meld in ieder geval het incident 
  • Bij ernstige situatie: schakel medische hulp in of bel 112 
  • Zorg dat EHBO middelen direct beschikbaar zijn bij brandgevaarlijk werk