Digi-RIE Werken op en aan het water (10.2)

Digi-RIE Werken op en aan het water (10.2)

10.2 Werken op en aan het water

Een belangrijk deel van de medewerkers werkt hoofdzakelijk in het Provinciehuis en bijbehorend terrein. Een beperkt deel van de medewerkers heeft echter ook werkzaamheden die plaatsvinden op buitenlocaties, vaartuigen, natuurterreinen, openbare weg, gebouwen en terreinen van derden, enzovoorts. Hiervoor is een set van afzonderlijke modules gemaakt.
Het is natuurlijk niet mogelijk om alle mogelijke risico’s op alle werkplekken waar provincie-medewerkers komen af te dekken met deze vragenlijst en te inventariseren. Voor een deel blijft u afhankelijk van de ogen en oren van de eigen medewerkers. Zij zijn de enige die werkelijk zicht hebben op de zeer uiteenlopende situaties waarmee ze geconfronteerd worden. Draag er dus zorg voor dat zij betrokken worden bij het
opstellen van de RIE voor hun werkzaamheden. De hier aangeboden modules zijn voor hen een leidraad om na te denken over de situaties die zij allemaal tegen kunnen komen.

Zie ook de Arbocatalogus Provincies – Maatregelen bij Verdrinking

1. Beheer en inspectie arbeidsmiddelen en installaties

Stelling: Alle vaartuigen en de daarin aanwezige arbeidsmiddelen zijn veilig en worden planmatig geïnspecteerd en onderhouden.

Toelichting: Voor veiligheidseisen wordt verwezen naar de specifieke module arbeidsmiddelen.

Oplossing: Bepaal planmatig preventief onderhoud en inspectie voor kritieke onderdelen.

2. Beheer en inspectie BHV voorzieningen

Stelling: Ook voor de vaartuigen is gewaarborgd dat alle BHV voorzieningen adequaat zijn.

Toelichting: Onderhoud en vervanging (beschikbaarheid reserves) op de perifere werkplekken mag niet vergeten worden. Denk aan EHBO-middelen, blusmiddelen, reddingsmiddelen. Deze worden planmatig (volgens vast schema) geïnspecteerd en worden onderhouden en zo nodig vervangen.

Oplossing: Leg specifiek in BHV-organisatie vast hoe voor de perifere werkplekken zorggedragen wordt voor voldoende onderhoud, inspectie en vervanging.

3. Voorschriften reddingsvesten

Stelling: Gebruik van reddingsvesten is voorgeschreven en worden nageleefd.

Toelichting: Vastgelegd moet zijn onder welke situaties gebruik van reddingsvesten is voorgeschreven of welke andere maatregelen toegestaan zijn.

Oplossing: Zorg er voor dat medewerkers voldoende geïnstrueerd zijn en weten wanneer een reddingsvest gebruikt dient te worden. Zie ook toe op het gebruik en spreek elkaar aan, indien nodig.

4. Reddingsmiddelen

Stelling: Er zijn adequate middelen beschikbaar om mensen snel uit het water te kunnen halen.

Toelichting: Gebruik van gekeurde reddingsvesten, aanwezigheid van ijsladders, reddingsboeien en reddingssloepen en overige middelen om snel mensen uit het water te halen.

Oplossing: Zorg dat er voldoende reddingsmiddelen zijn en dat deze veilig zijn en planmatig geïnspecteerd en onderhouden worden. Vervang niet goedgekeurde reddingsmiddelen direct en voer deze af. Zie de arbocatalogus Provincies voor maatregelen tegen verdrinking

5. Keuring en onderhoud reddingsmiddelen

Stelling: Alle reddingsmiddelen zijn veilig en worden planmatig geïnspecteerd en onderhouden

Toelichting: Voor veiligheidseisen wordt verwezen naar de specifieke eisen per reddingsmiddel.

Oplossing: Zorg dat er voldoende reddingsmiddelen zijn en dat deze veilig zijn en planmatig geïnspecteerd en onderhouden worden. Vervang niet goedgekeurde reddingsmiddelen direct en voer deze af.

6. Elektrische apparaten/gereedschappen in vochtige omgeving

Stelling: Wanneer gewerkt wordt met elektrische apparaten of gereedschappen in vochtige omgevingen, dan wordt gebruik gemaakt van extra beveiligde apparatuur waardoor er geen risico op elektrocutie of kortsluiting bestaat.

Toelichting: Wanneer in natte omgevingen wordt gewerkt wordt altijd met laagspanning gewerkt (geldt ook voor verlichting!!) Wordt toch van 220 volt gebruik gemaakt dan zijn apparaten dubbel geïsoleerd en voldoende bestand tegen het indringen van vocht in het apparaat.

Oplossing: Zorg voor speciale gereedschappen voor het werken in vochtige ruimtes.

7. Voorlichting en instructie

Stelling: Alle medewerkers/ bezoekers zijn op de hoogte van de gevaren van het werken aan en langs het water en de wijze waarop zij zich hier adequaat tegen kunnen beschermen

Toelichting: Medewerkers/ bezoekers dienen goed geïnformeerd zijn over de wijze waarop zij risico’s kunnen voorkomen. Dat betekent dat ze op de hoogte zijn van de gevaren en hoe ze er mee om moeten gaan, wat ze moeten doen bij calamiteiten en hoe ze eventuele persoonlijke beschermingsmiddelen adequaat moeten gebruiken. Te denken valt hierbij aan het risico op deining/ beklemming, omgaan met reddingsmiddelen en gebruik van machines.

Oplossing: Als medewerkers voor het eerst op of aan het water gaan werken of als er belangrijke wijzigingen optreden, worden zij geïnstrueerd. De voorlichting en instructie wordt periodiek herhaald.