Digi-RIE Werken langs de weg (10.3)

Digi-RIE Werken langs de weg (10.3)

10.3 Werken langs de weg

Een belangrijk deel van de medewerkers werkt hoofdzakelijk in het Provinciehuis en bijbehorend terrein. Een beperkt deel van de medewerkers heeft echter ook werkzaamheden die plaatsvinden op buitenlocaties, vaartuigen, natuurterreinen, openbare weg, gebouwen en terreinen van derden, enzovoorts. Hiervoor is een set van afzonderlijke modules gemaakt.
Het is natuurlijk niet mogelijk om alle mogelijke risico’s op alle werkplekken waar provincie-medewerkers komen af te dekken met deze vragenlijst en te inventariseren. Voor een deel blijft u afhankelijk van de ogen en oren van de eigen medewerkers. Zij zijn de enige die werkelijk zicht hebben op de zeer uiteenlopende situaties waarmee ze geconfronteerd worden. Draag er dus zorg voor dat zij betrokken worden bij het
opstellen van de RIE voor hun werkzaamheden. De hier aangeboden modules zijn voor hen een leidraad om na te denken over de situaties die zij allemaal tegen kunnen komen.

1. Bevoegdheden in vergunning

Stelling: In vergunningen naar aannemers is voorzien in de bevoegdheid voor provincie medewerkers om bij onveilige uitvoering van het werk het werk onmiddellijk stil te leggen en nadere aanwijzingen te geven.

Toelichting: Uiteraard worden in het bestek eisen gesteld aan de aannemer over de wijze waarop het werk uitgevoerd wordt en welke voorzieningen (waaronder omleidingen en wegafzettingen) getroffen moeten worden om veiligheid van medewerkers en weggebruikers te waarborgen. Er kunnen echter onvoorziene omstandigheden optreden waardoor bijsturing van de voorzieningen gewenst is vanuit het oogpunt van de verantwoordelijkheden van de provincie. Als dit niet goed geregeld is in de vergunningverlening kunnen medewerkers in conflict komen over de bevoegdheden die zij hebben om eisen te stellen en aanwijzingen te geven aan de aannemer.

Oplossing: Regel de veiligheid van medewerkers en weggebruikers goed in vergunningen en aanbestedingen van het werk.

2. Specifieke verkeersinstructies

Stelling: Medewerkers die bij hun werkzaamheden tegen de verkeerstekens in moeten handelen, zijn voldoende geïnstrueerd in de bevoegdheden en de gedragsregels voor die handelingen en hebben hier een ontheffing voor.

Toelichting: In tegenstelling tot overige weggebruikers moeten de medewerkers bepaalde verkeerstekens negeren. Zij rijden op afgesloten weggedeeltes, staan stil en stappen uit op plaatsen waar dit voor anderen verboden is en rijden op onoverzichtelijke terreinen tussen het werkverkeer. Hiervoor hebben de voertuigen speciale voorzieningen die de medewerkers goed moeten toepassen. Daarnaast moet ook hun bevoegdheden duidelijk begrensd zijn om onnodig gevaarlijke situaties te voorkomen. Hiervoor dienen de medewerkers een speciale ontheffing te bezitten, specifieke instructies te krijgen en dient er op toegezien te worden dat zij zich aan deze verruimde regels houden.

Oplossing: Leg (grenzen aan) de bevoegdheden vast. Geef periodiek speciale verkeerstraining. Controleer steekproefsgewijs veiligheidsgedrag. Sanctioneer misbruik van speciale bevoegdheden, onnodig onveilig weggedrag.

3. Vervoermiddelen adequaat

Stelling: De auto’s en overige vervoermiddelen die gebruikt worden zijn veilig en ergonomisch verantwoord.

Toelichting: Uiteraard zijn voertuigen en aanhangers goedgekeurd door RDW. Alle aanpassingen aan voertuigen en toebehoren moeten uiteraard ook aan de eisen voldoen. Periodiek onderhoud en keuring zijn gewaarborgd. Veiligheidsignalering zeker waar het gebruik van voertuigen in het donker betreft, is een belangrijk aandachtspunt. De ‘werkplek’ bij voertuigen voldoet aan ergonomische criteria (goede zit, uitzicht en bedieningsmiddelen goed bereikbaar), de werkplek is goed toegankelijk (in/uit/op/afstappen kan veilig en zonder grote afstand te overbruggen gebeuren), lawaai en trillingen worden in voldoende mate gedempt, bij groot glasoppervlak zijn warmtewering en klimaatbeheersing toereikend. Het voertuig heeft goede voorzieningen om materialen op te slaan en aan/afkoppelen van aanhangers kan veilig en ergonomisch verantwoord gebeuren.

Oplossing: Gebruik alleen door RDW goedgekeurde voertuigen en bijbehorende aanhangers/hulpstukken.

4. Transportveiligheid algemeen

Stelling: Medewerkers zijn op de hoogte van de maatregelen om veilig materialen te transporteren en beschikken over de noodzakelijke voorzieningen

Toelichting: Geen losse voorwerpen in de auto. Speciale aandacht voor vervoer van gevaarlijke stoffen, glaswerk e.d. Cabine wordt goed schoon gehouden. Aanhangers en laadbakken worden afgedekt.

Oplossing: Identificeer de risicovolle transporten en gebruik de voorzieningen om veilig transport te waarborgen.

5. Verkeerstraining

Stelling: Medewerkers die beroepshalve deelnemen aan het verkeer hebben een op hun functie toegesneden verkeerstraining gehad

Toelichting: Specifieke aandacht voor: chauffeurs, bediening speciale voertuigen en aanhangwagens, in oneffen terrein rijden, wegwerkzaamheden.

Oplossing: Definieer functiegerichte speciale rijvaardigheidseisen. Definieer cursus en herhalingsfrequentie. Train/examineer betreffende medewerkers met genoemde herhalingsfrequentie.

6. Omgaan met agressie en geweld

Stelling: Medewerkers die hoog risico lopen om in aanraking te komen met agressie en geweld zijn hierop adequaat voorbereid

Toelichting: In aanvulling op de algemene modules voor alle medewerkers die met ongewenste bejegening te maken kunnen krijgen, is binnen het veldwerk sprake van extra risico’s. Voor deze groep geldt dan ook dat zij meer dan anderen bewust gemaakt zijn en de vaardigheid hebben ontwikkeld om met dergelijke situaties adequaat om te gaan.

Oplossing: Stel een protocol “Omgaan met agressie en geweld” op en informeer en train regelmatig de medewerkers die hier mee te maken kunnen krijgen.

7. Werk- en rusttijden

Stelling: De medewerkers krijgen voldoende rust tussen hun diensten

Toelichting: Voor sommige medewerkers kunnen bijzondere diensten aan de orde zijn, waardoor zij buiten kantooruren en gedurende langere werkdagen dan gebruikelijk actief zijn. Dit geldt zeker voor bijzondere omstandigheden zoals bij calamiteiten en in periodes dat er veel strooiwerk te doen is. Ook in die omstandigheden moeten er grenzen gerespecteerd worden van de maximale tijd dat personen aaneengesloten aan het werk zijn en ook moeten er rustdagen zijn. Medewerkers die (voor het eerst) nachtarbeid (gaan) verrichten worden in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidkundig onderzoek te ondergaan

Oplossing: Handhaaf de regeling werk- en rusttijden. Biedt bij eerste keer nachtarbeid een arbeidsgezondheidkundig onderzoek aan.

8. Zichtbaarheid tijdens het werk

Stelling: Medewerkers gebruiken adequate voorzieningen om de zichtbaarheid tijdens het werk te garanderen.

Toelichting: Bij werkzaamheden langs de weg is het van belang dat je goed gezien wordt. Denk daarbij aan risico om aangereden te worden (wegwerkzaamheden) en uit het oogpunt van redding. Dragen van signaalkleding is verplicht. Zorg bij het werken in het donker voor extra maatregelen, bijvoorbeeld verlichting.

Oplossing: Zorg voor voldoende verlichting bij werkzaamheden in het donker. Zorg voor toereikende draagbare verlichting. Draag altijd signaalkleding.

9. Handelen bij verkeersongevallen en afzettingen

Stelling: Medewerkers zijn geïnstrueerd hoe te handelen in geval van calamiteiten en/ of verkeersongevallen.

Toelichting: Medewerkers die werken langs de weg zijn vaak als eerste aanwezig bij ongevallen voordat de hulpdiensten aanwezig zijn. Zij moeten in dergelijke gevallen het verkeer regelen en evt. eerste hulp verlenen.

Oplossing: –

10. Traumatische ervaringen

Stelling: Er is een protocol opvang na traumatische ervaringen aanwezig

Toelichting: Medewerkers die beroepshalve veel aan verkeer deelnemen, zoals inspecteurs, handhavers en onderhoudsmedewerkers kunnen met een ongeval geconfronteerd worden.

Oplossing: Stel een protocol “Opvang na traumatische ervaringen” op en informeer de medewerkers die hier mee te maken kunnen krijgen.