25 Aug Digi-RIE Werken aan/bij bruggen en sluizen (10.1)
10.1 Werken aan/bij bruggen en sluizen
Een belangrijk deel van de medewerkers werkt hoofdzakelijk in het Provinciehuis en bijbehorend terrein. Een beperkt deel van de medewerkers heeft echter ook werkzaamheden die plaatsvinden op buitenlocaties, vaartuigen, natuurterreinen, openbare weg, gebouwen en terreinen van derden, enzovoorts. Hiervoor is een set van afzonderlijke modules gemaakt.
Het is natuurlijk niet mogelijk om alle mogelijke risico’s op alle werkplekken waar provincie-medewerkers komen af te dekken met deze vragenlijst en te inventariseren. Voor een deel blijft u afhankelijk van de ogen en oren van de eigen medewerkers. Zij zijn de enige die werkelijk zicht hebben op de zeer uiteenlopende situaties waarmee ze geconfronteerd worden. Draag er dus zorg voor dat zij betrokken worden bij het
opstellen van de RIE voor hun werkzaamheden. De hier aangeboden modules zijn voor hen een leidraad om na te denken over de situaties die zij allemaal tegen kunnen komen.
1. Toegankelijkheid
Stelling: De gebouwen en terreinen zijn goed en veilig toegankelijk voor medewerkers en afgeschermd voor onbevoegden.
Toelichting: Terreinen en gebouwen/locaties hebben goede toegangswegen, bewegwijzering en verlichting. Er zijn geen oneffenheden op toevoerwegen/paden die struikelgevaar of belemmeringen veroorzaken ook voor transportmiddelen. De werkplekken zijn goed toegankelijk voor medewerkers, maar ook voldoende beschermd tegen toegang door onbevoegden en vandalisme.
Oplossing: Pleeg voldoende onderhoud zodat wegen en paden goed begaanbaar blijven. Breng vaste veilige (kooi)ladders en afschermingen aan om werkplekken te kunnen bereiken. Breng fysieke barrières aan voor toegang door onbevoegden en zorg dat beheerders goed zicht hebben op toevoerwegen. Breng adequate verlichting aan.
2. Traumatische ervaringen
Stelling: Er is een protocol “Opvang na traumatische ervaringen” aanwezig.
Toelichting: Medewerkers die beroepshalve veel aan verkeer deelnemen, zoals inspecteurs, handhavers en onderhoudsmedewerkers kunnen met een ongeval geconfronteerd worden.
Oplossing:Stel een protocol “Opvang na traumatische ervaringen” op en informeer de medewerkers die hier mee te maken kunnen krijgen.
3. Omgang met publiek
Stelling: Alle medewerkers hebben duidelijke instructies ontvangen en hebben de vaardigheden om het gedrag van publiek te hanteren en waar nodig te corrigeren
Toelichting: Publiek kan zich begeven op plaatsen waar dat niet toegestaan is. Ook kan publiek moeite hebben met wachten of anderszins opmerkingen hebben over het werk van de medewerker. Het is dan van belang dat medewerkers hier goed mee om kunnen gaan.
Oplossing: Zorg dat medewerkers goed geïnstrueerd zijn over het omgaan met publiek en de grenzen die zij daarin kunnen trekken.
4. Reddingsmiddelen
Stelling: Er zijn adequate middelen in gebruik ter redding bij te water geraken
Toelichting: Gebruik van gekeurde reddingsvesten, aanwezigheid van ijsladders, reddingsboeien en reddingssloepen en overige middelen om snel mensen uit het water te halen.
Oplossing: Bepaal en verstrek een standaarduitrusting op deze locaties en controleer tenminste jaarlijks de kwaliteit van de voorzieningen.
5. Keuring en onderhoud reddingsmiddelen
Stelling: Alle reddingsmiddelen zijn veilig en worden planmatig geïnspecteerd en onderhouden
Toelichting: Voor veiligheidseisen wordt verwezen naar de specifieke eisen per reddingsmiddel. Zie hiervoor Arbocatalogus Provincies – Maatregelen bij Verdrinking
Oplossing: Zorg dat er voldoende reddingsmiddelen zijn en dat deze veilig zijn en planmatig geïnspecteerd en onderhouden worden. Vervang niet goedgekeurde reddingsmiddelen direct en voer deze af.