16 Jul Digi-RIE Organisatie van de BHV (3.1)
3.1 Organisatie van de Bedrijfshulpverlening
In de module m.b.t. Bedrijfshulpverlening (BHV) wordt nagegaan of uw bedrijfshulpverleningsorganisatie op orde is. Aangezien het provinciehuis een openbaar gebouw is, waar veel bezoekers aanwezig zijn, stelt dat bijzondere eisen aan uw hulpverleningsorganisatie. Daarnaast hebben we te maken met een grote groep van medewerkers op perifere werkplekken, waarvoor hulpverlening ook gewaarborgd dient te zijn, zeker als ze werk doen waarbij fysieke risico’s aan de orde zijn.
1. Er zijn voorschriften, protocollen, noodplannen
Stelling: Er is een noodplan voor iedere locatie en binnen de locaties zijn voorschriften en protocollen over hoe te handelen bij calamiteiten.
Toelichting: Een noodplan is noodzakelijk. Bedrijven die opleidingen voor BHV’ers verzorgen kunnen vaak ook ondersteuning bieden bij het maken van noodplannen. Denk ook aan extra maatregelen bij speciale evenementen zoals open dagen, vergaderingen met veel bezoekers en wanneer er grote onderhoudswerkzaamheden, verhuizingen of verbouwingen plaatsvinden.
Oplossing: Maak noodplannen en houd ze actueel, bijvoorbeeld bij verbouwingen. Laat bij evenementen het hoofd BHV beoordelen of extra maatregelen vereist zijn.
2. TBV duidelijk en bekend
Stelling: Taken en verantwoordelijkheden van alle BHV’ers zijn vastgelegd en bekend
Toelichting: Alle BHV’ers zijn op de hoogte van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en handelen hiernaar tijdens oefeningen en noodsituaties.
Oplossing: Leg in een plan vast wie waarvoor verantwoordelijk is in geval van calamiteiten. Wijs een hoofd BHV en BHV’ers aan.
3. Maatregelen, voorschriften en protocollen bekend
Stelling: Medewerkers en bezoekers zijn bekend met de noodplannen en voorschriften, zeker voor wat betreft hun rol erin.
Toelichting: –
Oplossing: Organiseer voorlichting en instructie, gebruik daarbij verschillende middelen en media. Organiseer minimaal jaarlijks ontruimingsoefeningen.
4. Ontruimingsoefeningen op planmatige basis
Stelling: Er worden planmatig ontruimingsoefeningen gehouden die het geheel aan voorzieningen en organisatie rondom BHV beslaan.
Toelichting: Ook als er een breed scala aan voorzieningen getroffen is, plannen geschreven en getekend zijn en de BHV’ers als specialisten zijn opgeleid, dan nog blijkt steeds weer dat er onverwachte dingen kunnen gebeuren of het geheel aan afspraken toch niet sluitend is. Om deze reden is het van belang van tijd tot tijd een feitelijke oefening te doen om te ervaren wat wel en niet goed gaat. Zorg er daarbij wel voor dat de oefening op zich geen grote risico’s kan veroorzaken.
Oplossing: Verdeel het BHV-systeem in onderdelen (technische systemen, vluchtwegen, organisatorisch systeem, coördinatie) en test deze door gerichte oefeningen. Organiseer minimaal 1x per jaar een ontruimingsoefening.
5. Effectiviteit BHV-organisatie regelmatig evalueren
Stelling: De werking en effectiviteit van de BHV-organisatie en het noodplan worden geëvalueerd, bij voorkeur direct na een ontruimingsoefening of noodsituatie. Procedures worden indien nodig aangepast. .
Toelichting: Tijdens oefeningen van noodsituaties komen onvolkomenheden aan het licht. Aan de hand van een goed evaluatie kan de effectiviteit van de BHV-organisatie worden verbeterd.
Oplossing: Evalueer de organisatie en werking van BHV en stel zo nodig bij.
6. BHV’ers zijn getraind en opgeleid
Stelling: De BHV’ers zijn adequaat opgeleid en worden regelmatig bijgeschoold.
Toelichting: Voor bedrijfshulpverleners zijn speciale opleidingen en cursussen beschikbaar. Er zijn opleidingen voor verschillende aspecten van bedrijfshulpverlening: eerste hulp bij ongevallen, reanimatie, brandbestrijding, evacuatie. Bepaal welke bijzondere risico’s aanwezig zijn (bijvoorbeeld specifieke gevaarlijke stoffen, speciale eisen aan installaties (beveiliging, afzuiging gevaarlijke stoffen, uitschakelen gasinstallaties, e.d.)) en zorg dat daar specifieke opleiding van BHV’ers voor plaatsvindt. De genoemde aantallen vereiste BHV’ers zijn richtgetallen. Zorg ervoor dat voldoende goed geïnstrueerde medewerkers aanwezig zijn om de ontruiming in goede banen te leiden.
Oplossing: Leid BHV’ers op bij een daartoe erkend opleidingsinstituut en maak afspraken over herhalingscursussen.
7. Voldoende BHV’ers
Stelling: Er zijn voldoende medewerkers opgeleid tot BHV’er.
Toelichting: Het vereiste aantal en de exacte taakverdeling van de BHV’ers is niet wettelijk bepaald, maar moet worden afgestemd op de situatie binnen uw organisatie, zoals de grootte van de organisatie en de risico’s die bij de betreffende organisatie horen. Nadere toelichting is te vinden in de Handreiking Bedrijfshulpverlening en de aanvulling hierop van de Stichting van de Arbeid. Als richtwaarden kunnen aangehouden worden: per 50 aanwezigen (medewerkers en deelnemers) moet er 1 BHV’er aanwezig zijn. Vanaf 250 aanwezigen is het aantal aanwezige BHV’ers minimaal 5.
Oplossing: Leid voldoende BHV’ers op.
8. Aanwezigheid BHV’ers
Stelling: De opgeleide BHV’ers zijn daadwerkelijk in de vereiste aantallen aanwezig.
Toelichting: Het is niet voldoende om alleen BHV’ers in de juiste aantallen opgeleid te hebben, ze moeten ook daadwerkelijk in de vereiste aantallen aanwezig zijn.
Oplossing: Zorg voor voldoende capaciteit van BHV’ers, zodat ook op bijvoorbeeld ADVdagen voldoende BHV’ers aanwezig zijn. Maak een rooster van aanwezigheid zodat bijvoorbeeld bij de portier altijd duidelijk is of er voldoende BHV’ers aanwezig zijn en weke BHV’ers er zijn.
9. BHV-‘ers hebben voldoende middelen en voorzieningen
Stelling: BHV’ers beschikken over noodzakelijke middelen in voldoende hoeveelheden en op de juiste goed zichtbare en bereikbare plaats.
Toelichting: Er zijn voldoende gevulde verbanddozen (A of B) en brandblussers van de juiste soort. De BHV’ers beschikken daarnaast over de vereiste BHV-hulpmiddelen, zoals fluorescerende hesjes, portofoons, zaklantaarns, evt. helmen etc. De middelen zijn direct te vinden (de opbergplaats is gemarkeerd) en wordt niet geblokkeerd of aan het zicht ontnomen. Let ook op de werkzaamheden in het veld: hoe goed zijn deze medewerkers beschermd en voorzien van eerste hulp.
Oplossing: BHV’ers kunnen zelf adviseren over de in hun situatie benodigde BHV-middelen en voorzieningen.
10. Middelen periodiek gecontroleerd en onderhouden
Stelling: Middelen als verbanddozen, brandblussers, brand/rookmelders etc. worden periodiek gecontroleerd en zo nodig gekeurd.
Toelichting: Hulpmiddelen hebben een beperkte levensduur of voldoen na enige tijd niet meer aan de gestelde normen. Na gebruik dienen ze aangevuld of vervangen te worden.
Oplossing: Borg de beschikbaarheid en geldigheid door het opstellen en volgen van controleroosters. Leveranciers kunnen dit eventueel verzorgen.