Digi-RIE Biologische agentia (9.2)

Digi-RIE Biologische agentia (9.2)

9.2 Biologische agentia

1. Mogelijke risico’s en maatregelen in beeld

Stelling: Er is voorafgaand aan de werkzaamheden een goed beeld verkregen van de mogelijke risico’s van blootstelling aan biologische agentia en welke maatregelen getroffen zijn om de blootstelling te beperken.

Toelichting: Biologische agentia zijn levende of niet-levende organismen die een infectie, allergie of toxische reactie kunnen veroorzaken.

Oplossing: Stel een duidelijk hygiëneprotocol/ instructie op. Het doel van dit hygiëneprotocol is het beperken van de persoonlijke blootstelling aan biologische agentia en het voorkomen van mogelijke gevolgen daarvan. Verder speelt het hygiëneprotocol een belangrijke rol bij het beheersen van de restrisico’s.

2. Instructies biologische agentia

Stelling: Er zijn instructies aanwezig over hoe om te gaan met biologische agentia.

Toelichting: De werkgever zorgt ervoor dat medewerkers doeltreffend worden voorgelicht over werken met biologische agentia en de daarmee samenhangende risico’s en de maatregelen die daarvoor genomen zijn. De gezondheidseffecten van blootstelling aan biologische factoren kunnen globaal worden ingedeeld in de volgende categorieën:

  • infectieziekten door de (levende) biologische agentia;
  • toxische effecten, zowel door (levende) biologische agentia als door uitscheidingen stofwisselingsproducten van micro-organismen (exotoxines, endotoxines en mycotoxines);
  • allergische effecten door dode bacterie- en schimmelresten en afgestorven cellen (huidschilfers en haren), door stoffen die door giftige planten worden afgescheiden en door pollen, zaden en andere allergieveroorzakende plantendelen, zoals meelstof;
  • effecten op de ongeboren vrucht tijdens de zwangerschap (teratogene effecten) leidend tot vruchtdood, aangeboren afwijkingen of vroeg-/doodgeboorte.

Medewerkers moeten bijvoorbeeld worden voorgelicht over het voorkómen van ongewenste groei van biologische agentia, en voorkómen van besmetting met biologische agentia, gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm’s) en het gebruik van arbeidsmiddelen, maar ook over psychosociale arbeidsrisico’s. Nieuwe medewerkers moeten worden geïnformeerd over de aard van de risico’s, hoe te handelen bij calamiteiten, het gebruik van pbm’s en het melden van onveilige situaties. De voorlichting wordt geactualiseerd en bij veranderingen (in werkmethoden of arbeidsmiddelen) aangepast en opnieuw verzorgd.

Oplossing: Zorg dat instructies op een goed vindbaar zijn, zoals in een boekje of online (Arbocatalogus). In de instructies moet vermeld staan hoe om te gaan met de agentia en welke beschermingsmiddelen gedragen moeten worden.

3. Vaccinatie

Stelling: Er zijn afspraken gemaakt over vaccinatie van de medewerkers (inclusief de nieuwe medewerkers en eventuele bijzondere groepen).

Toelichting:

  • Als uit de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie ( RI&E) blijkt dat er een risico bestaat voor de gezondheid van medewerkers terwijl er effectieve inentingen in Nederland beschikbaar zijn, dan moet de werkgever een vaccinatie aanbieden (Arbobesluit artikel 4.91).
  • Aan iedere medewerker die nog niet immuun is voor de biologische agentia waaraan hij/zij is of kan worden blootgesteld is voorafgaand aan het werk een vaccinatie aangeboden.
  • Let op dat vaccinatie liefst voor een eventuele zwangerschap wordt gegeven wegens mogelijke impact op ongeborene en andere reactie van het vaccin bij de zwangere.
  • Vaccinatie is bedoeld als aanvulling op andere maatregelen en komt nooit in de plaats hiervan.
  • De bedrijfsarts adviseert de werkgever op basis van risico-inventarisatie over vaccinaties en arbeidsgeneeskundige onderzoeken ((P)AGO’s).
  • De werkgever biedt vaccinatie aan medewerker aan met de begeleidende individuele voorlichting. De medewerkers moeten op de hoogte worden gebracht van de voor- en nadelen en worden bijgestaan in een individuele afweging.
  • De vaccinatie maakt onderdeel uit van de arbeidsgeneeskundige begeleiding en vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van een bedrijfsarts.
  • De medewerker beslist over het al dan niet vaccineren.
  • De aan de medewerkers aangeboden vaccinatie mag geen kosten voor hen met zich meebrengen. De kosten van vaccinatie zijn voor de werkgever.
  • Er kan een vaccinatiekaart worden opgesteld, die aan de betrokken medewerker en op verzoek aan de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven. Een vaccinatiekaart vermeldt alle vaccins die je hebt gekregen, inclusief de datum waarop deze zijn toegediend. Op verzoek kunnen deze bij een GGD digitaal bewaard worden zodat je altijd een overzicht hebt van je vaccinaties.

Oplossing: –

4. Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Stelling: Medewerkers hebben voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking om zich afdoende te beschermen tegen blootstelling aan biologische agentia

Toelichting: Zie ook hoofdstuk 14 Persoonlijke Beschermingsmiddelen. Zie de arbocatalogus Provincies welke beschermingsmiddelen noodzakelijk zijn.

Oplossing:

  • Maak een overzicht van functie/vereiste pbm’s
  • Verstrek de noodzakelijke pbm’s en kijk toe op het gebruik daarvan

5. Toezicht gebruik voorschriften en PBM’s

Stelling: Er wordt op toegezien dat de medewerkers volgens de voorschriften werken en dat ze, waar nodig, persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.

Toelichting: Zie de arbocatalogus Provincies welke beschermingsmiddelen noodzakelijk zijn.

Oplossing:

  • Zie toe op het gebruik van pbm’s.
  • Laat het gebruik van pbm’s regelmatig terugkomen in bijvoorbeeld een teamoverleg.

6. Reiniging en afvoer gebruikte PBM’s

Stelling: Er zijn afspraken gemaakt om vuile kleding en gebruikte PBM’s te reinigen en af te voeren.

Toelichting: Zie de arbocatalogus Provincies voor meer informatie over persoonlijke beschermingsmiddelen.

Oplossing:

  • Maak afspraken over het reinigen en afvoeren van vuile kleding en pbm’s
    Zorg voor een speciale ruimte waar pbm’s kunnen worden schoongemaakt. bijvoorbeeld lage wasbak voor laarzen, eigen kleedruimte, etc.

7. Procedure na besmetting met biologische agentia

Stelling: Er zijn afspraken over de te nemen stappen na een eventuele besmetting met biologische agentia.

Toelichting: Denk hierbij aan:

  • overleg met de bedrijfsarts; denk aan melding als beroepsziekte.
  • zijn er mogelijke gevolgen voor andere medewerkers? en zo, welke stappen worden genomen ter preventie?
  • in geval van beroepsziekte worden de kosten bij de provincie belegd.
  • Vastleggen en analyseren van incidenten.

Oplossing:Zorg ervoor dat de medewerkers die te maken kunnen krijgen met biologische agentia weten hoe te handelen na een besmetting.

8. PAGO Biologische agentia

Stelling: De werkgever stelt de medewerkers in staat periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek gericht op biologische agentia te ondergaan.

Toelichting: Op basis van artikel 18 Arbowet is de werkgever verplicht om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan te bieden aan medewerkers die blootgesteld kunnen worden aan biologische agentia. Ook is de werkgever verplicht om een tussentijds medisch onderzoek aan te bieden als een medewerker een infectie of ziekte heeft opgelopen door blootstelling aan biologische agentia.

Oplossing: Stel een periodiek medisch onderzoek standaard vast en stimuleer uw medewerkers hier aan deel te nemen.